Historie Maluku

Maluku

De Molukken (Maluku) is een eilandengroep in het oosten van de Indische Archipel, gelegen tussen (met de klok mee) Celebes, de Filipijnen, Nieuw-Guinea en Timor. De Molukken behoren geografisch tot Melanesië, maar politiek tot Indonesië. De Molukken bestaan uit ruim duizend eilanden waarvan meer dan de helft onbewoond is. Op de bewoonde eilanden zijn verschillende volken met zeer uiteenlopende tradities en gewoonten te vinden.

Er is bewijs van een oude en rijke handelstraditie op de eilanden. Er zijn Chinese en Indiase munten aangetroffen uit de Oudheid. Vanaf de 14e eeuw kwamen de Molukken onder islamitische invloed te staan. Arabische en Perzische handelaren hadden in de eeuw daarvoor de islam al geïntroduceerd in wat nu Maleisië, Indonesië en de Filipijnen is. Over de hele Indische Archipel ontstonden sultanaten, waaronder ook op de Molukken.

In de 16e eeuw kwamen Europese handelaren naar het gebied voor specerijen. De Portugees Francisco Serrão bereikte in 1512 als eerste Europeaan de Banda-eilanden en Ternate. De Portugezen hadden in 1511 al het Sultanaat Malakka veroverd en daarmee de handelsroute tussen de moslims en China afgesneden. De moslimheersers van Ternate vreesden voor de toenemende invloed van de christenen en wisten de Portugezen te verjagen. Deze verlieten het gebied en vestigden zich op Ambon, wat het centrum werd van Portugese activiteiten in de regio. De sultans van Ternate ontpopten zich als felste tegenstanders van de Portugezen; het sultanaat groeide uit tot een belangrijke macht in de regio.

De Molukken waren ook het doel van Ferdinand Magellaan op diens zeilreis rond de wereld (1519-1522). Na de Portugezen en Spanjaarden kwamen ook Engelsen en Nederlanders. De Verenigde Oost-Indische Compagnie veroverde als vertegenwoordiger van de Nederlandse Staat belangrijke handelsgebieden in Azië. De Molukken waren erg belangrijk voor de VOC vanwege onder andere de handel in kruidnagel en nootmuskaat. De sultan van Ternate, in wiens koninkrijk veel kruidnagel geproduceerd werd, verkeerde in oorlog met de Portugezen, die op hun beurt weer bondgenoten waren van het sultanaat Tidore. De VOC bedong een exclusief leverantie-contract met Ternate in ruil voor militaire steun. In 1605 verdreef de VOC daarop de Portugezen uit Tidore. Spaanse troepen afkomstig van de Filipijnen bezetten daarop een gedeelte van Ternate. De VOC bouwde als reactie hierop in 1607 een groot fort op Ternate ter bescherming van haar eigen belangen.

In de decennia na de deling van Ternate werd er veel gevochten op de Molukken. Gaandeweg wisten de Nederlanders de situatie naar hun hand te zetten en de Spanjaarden in het defensief te dringen. In 1662 ontruimden de Spanjaarden de Molukken, omdat zij hun troepen nodig achtten voor de verdediging van de Filipijnen.

De hoofdvestiging van de VOC was het Fort Oranje, gelegen op Ternate. Verder was er een aantal kleinere vestingen in het gebied. Minahasa, de noordelijke punt van Celebes, stond sinds 1679 onder het Nederlandse gezag. De reden daarvoor was dat dit gebied (wegens de aanwezige rijstvelden) voor de voedselvoorziening van de Molukken van belang werd geacht.

Na 1600 had de Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC) gedurende lange tijd het monopolie op de productie en handel in foelie en nootmuskaat. De organisatie dwong af dat muskaatbomen alleen op de Molukken groeiden, in het bijzonder op de Banda-eilanden. De Engelsen slaagden er uiteindelijk in muskaatbomen te verbouwen op Grenada en braken zo het monopolie. Toen ook de Fransman Pierre Poivre het zaad meesmokkelde en het begon te kweken, verloren ook de Engelsen hun positie.